Week 8.1 – Vijf dingen die ik niet ga missen

6 mei 2019 - Addis Abeba, Ethiopië

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik zie er een beetje tegen op om naar huis te gaan. Dit is natuurlijk niet de beste doelgroep om dat tegen te zeggen en ja, ik mis jullie enorm veel. Toch heb ik intussen goed mijn draai gevonden hier en geniet ik van het leven met weinig spullen en weinig verschillende mensen die ik regelmatig moet/wil zien. Het leven is simpel en het leven is goed.

Omdat ik heus niet alles hier top vind en relativeren altijd goed is, heb ik een top 5 gemaakt (willekeurige volgorde) van dingen die ik niet ga missen. Dat is niet bedoeld als klaagzang, maar helpt hopelijk wel om voor ons allemaal om een realistischer beeld te creëren van het leven in Addis.

1.     Externe ellende.

Dat klinkt voor de hand liggend in een Afrikaans land, maar had ik toch van tevoren onderschat. Door al die ellende kost zelfs even naar de bakker lopen veel energie, simpelweg door alle prikkels die er buiten de poorten van mijn huis zijn. De bedelende kindjes die mijn hand pakken en smeken om wat geld, of slechts een pen of wat water, breken mijn hart elke keer weer. De jonge straatverkopers, die dagenlang een pakje kauwgom of zakdoekjes proberen te verkopen. Dakloze mannen, hun ogen troebeler dan hun toekomst. Een man die op straat ligt, al zijn lichaamsopeningen gevuld met vliegen. Hoe vaak ik mezelf ook probeer wijs te maken dat hij vast erg diep sliep, die beelden komen elke dag weer terug als ik mijn ogen sluit. Ik heb mezelf moeten dwingen om een ‘filter’ in te bouwen voor dit soort dingen, anders zou ik elke keer huilend thuiskomen - en dat is ook wat onpraktisch.

Niet alleen de armoede valt onder externe ellende, ook de natuur draagt daar zijn steentje aan bij. Zoals ook eerder gezegd zuigt de hoogte en de warmte van deze stad energie. Dat maakt, door gebrek aan airco, sporten onmogelijk. Zelfs traplopen is hier al zwaar en regelmatig voel ik mezelf weer dichtbij flauwvallen zitten. Daardoor moet ik altijd goed bedenken wat ik al heb gegeten die dag en of ik wel genoeg suiker mee heb in het geval van een instabiele situatie.

2.     Aanleversystemen.

Onder deze noemer vallen systemen die bepaalde producten en diensten aanleveren, op de eerste plaats elektriciteit en water. Omdat de stad zo enorm groeit, zijn de huidige leidingen te veel vertakt en zit er te weinig druk achter het water. Daardoor wordt het water vaak niet omhoog gepompt naar mijn waterreservoir, en komt al het beschikbare water uit een kraantje in de tuin. De leidingen naar dit kraantje staan echter niet altijd aan, vaak alleen rond 6 uur ’s ochtends. Hierdoor moet ik regelmatig de wekker zetten om buiten te gaan kijken of het misschien een dag met water is, zodat ik reserves kan opslaan. Vervolgens is het zware gesjouw met die hoeveelheden water ook niet echt iets wat ik ga missen, evenals het douchen met een nihil straaltje water om al het donkerbruine stof en vuil van de stad van me af te spoelen.

Verder is de elektriciteit ook niet stabiel. Het valt vaak zomaar uit, waar ik altijd berekend op moet zijn. Dit kan resulteren in zeer donkere avonden, niet mijn favoriet. Maar ook aanleversystemen van bijvoorbeeld voedsel of beltegoed zijn altijd even afwachten. Er zijn sowieso maar weinig verschillende groente- en fruitsoorten verkrijgbaar. Dat is wel erg milieuvriendelijk, maar op een gegeven moment is het wel weer mooi geweest met de bananen, avocado’s (die kun je blijkbaar ook zat worden) en mango’s.

3.     Tijdsintensiviteit.

Nog een mooi containerbegrip, die in deze context vooral gaat over de sloomheid die diepgeworteld zit in deze cultuur. Mensen hebben geen haast, en lopen zelfs langzaam op straat. Reizen duurt ook lang, mede door het trage systeem van het openbaar vervoer. Ik begin de minibussen intussen semi te snappen, waardoor ik me enigszins zelfstandig van A naar B kan verplaatsen, maar vaak hoort daar nog steeds meer dan een half uur lopen bij – berg op, berg af. Ook zijn er bijvoorbeeld niet veel supermarkten, waardoor simpele dingen als tandpasta kopen al een vrij tijdrovende uitdaging is. Vandaag heb ik dat overigens eindelijk gevonden in een apotheek (mensen poetsen hier hun tanden met stokjes, dus gebruiken dat niet), dus dat is top. Als het donker is, zijn minibussen sowieso te gevaarlijk. Dan ga ik met de taxi, wat ook vrij lang duurt door de vele politiecontroles. Ik ga het zeker niet missen om weer eens uit te moeten stappen, en weer gefouilleerd te worden.

4.     De taal.

Hoewel ik intussen wel wat woordjes Amhaars kan spreken, is het nog steeds moeilijk om met sommige mensen te praten. Veel mensen spreken totaal geen Engels, wat tot veel lastige situaties leidt en ik bijvoorbeeld niet eens zelfstandig een taxi kan bestellen. Ook heb ik qua geschreven taal nog niets bereikt. De letters lijken Arabisch (voor zover ik die letters ken) en dat onder de knie krijgen is enorm lastig voor mij. Voor mijn onderzoek moet ik overlappende namen vinden in twee lijsten, en dat lijkt nog steeds een onmogelijke puzzel. Bovendien merk ik dat Nederlands spreken me nu moeilijker afgaat, wat ik echt een slechte zaak vind. Ik spreek nauwelijks Nederlands -los van soms even bellen- en toen ik zaterdag een Nederlander tegenkwam bij het uitgaan, klonk ik belachelijk. Daar moet snel weer verandering in komen.

thumb_IMG_1024_1024De data waar ik overeenkomsten in moet gaan vinden

5.     Het zijn van de minderheid.

Dit heeft zowel positief als negatief uitgepakt, maar ik ben uiteraard tegen elk onderscheid op basis van huidskleur. Het voelt niet fijn om altijd op te vallen en bekeken te worden en dat besef ik nu maar al te goed. Het is goed om een keer mee te maken en ik hoop dat Marlotje hier bijvoorbeeld nooit veel van heeft meegekregen in Nederland – want ook daar gebeurt dit nog genoeg bij minderheden. Het negatieve deel van dit punt zit hem vooral in de hogere prijzen, wat me niet extreem veel uitmaakt: zij hebben het harder nodig dan ik. Het ‘positieve’ deel is dat ik vaak word behandeld als iemand die extreem belangrijk is. Er gaan veel deuren voor je open als je blank bent, nog meer als je een blanke vrouw bent. Dit is voor mij alleen maar een bevestiging dat veel in deze wereld draait om uiterlijk en vooroordelen; weinig mensen doen aardig om wie ik ben, alleen maar om hoe ik eruitzie. Ik krijg flessen whisky cadeau terwijl dat voor anderen ter waarde van hun maandsalaris is. Dat roept bij mij de vraag op of het ethisch gezien onverantwoorder is om dat soort bedragen in dit soort landen uit te geven dan in Nederland. Is dat niet wat we in Nederland dagelijks doen, geld uitgeven aan luxeproducten? Toch voelt het hier fouter, meer confronterend. In Nederland hebben we meer de kans om onze ogen te sluiten voor andermans ellende, zwevend in onze eigen welvarende bubbel. Stiekem mis ik dat ook een beetje, dat zorgeloze zonder dit soort gedachten.

Dat was ‘m weer, gratis een dosis ellende! Het interessante is dat hier afgelopen maanden niet verdrietig of boos om ben geweest, het was er gewoon. Hoewel ik blij ben dat er geen negatieve aandacht vanuit mijn kant naartoe is gegaan, is het denk ik nog steeds goed om bij dit soort dingen stil te staan. Dus bij dezen. Geniet van Nederland, het leven daar is mooier dan je denkt.

thumb_IMG_1034_1024Mijn huisje, omdat jullie die nog niet hadden gezien en roze zo'n leuke kleur is als tegenhanger van deze deprimerende teksten

Foto’s