Week 9.1 - De tijd vliegt

10 mei 2019 - Addis Abeba, Ethiopië

De alternatieve invulling van mijn eerdere blog gecombineerd met drukte en weinig elektriciteit, maakt dat ik wat achterloop met het bijhouden van de invulling van mijn dagen en het schrijven van blogs. Momenteel ben ik vooral veel aan het studeren omdat ik zondag een deadline heb. Mijn laatste stukje data ontvang ik als het goed is op zondagochtend, wat ik dus allemaal op die dag moet verwerken en beschrijven – super. Met mijn onderzoek gaat het redelijk goed. De data-analyse is complex, maar de resultaten die ik er al wél uit heb gekregen, zijn interessant. Een klein opfrisser: ik evalueer een project dat mensen helpt omgaan met bepaalde ziektes. Hierbij wordt er ook gevraagd naar de barrières die zij ervaren door hun handicap (veroorzaakt door de ziekte). Deze antwoorden bevestigen wat ik al dacht: er is nog een lange weg te gaan. Mensen zeggen het vervelend te vinden dat ze nooit hun huis uit kunnen door niet alleen hun handicap maar ook door schaamte, dat ze worden uitgelachen of uitgescholden door mensen uit hun omgeving of dat ze geen kans hebben om naar school te gaan of werk te hebben. Voor vrouwen is er een bijkomende barrière dat niemand met ze willen trouwen door hun handicap: een vrouw hoort immers in staat te zijn om voor het huishouden en de kinderen te zorgen. Hetzelfde geldt overigens voor onvruchtbaarheid. Als je niet in staat bent om kinderen te geven aan jouw man, is dat reden genoeg om te scheiden. En een gescheiden vrouw, die wilt overigens ook niemand. Goed, ik dwaal af. Zonder inkomen en familie om je heen is het in ieder geval lastig om je staande te houden. Bij de vraag naar verbeterpunten van het project noemden meerdere mensen dat ze graag injecties zouden willen, in plaats van medicatie in pilvorm. Ik snapte hier eerst helemaal niks van, het gaat bij medicijnen toch hoofdzakelijk om de werkzaamheid en niet om de toedieningsvorm? Mede door dit soort vraagstukken heb ik besloten extra data te verzamelen, in de vorm van een expert-interview met de hoofdonderzoeker van het project. En inderdaad, daar kwamen antwoorden uit die ik met mijn Westerse denkwijze blijkbaar niet zelf kon bedenken. Mensen prefereren injecties omdat ze het proces niet begrijpen van een inname op een bepaalde plek en de werkzaamheid op een andere plek. Simpeler gezegd: als je last hebt van je hoofd, kun je daar een pil instoppen. Deze mensen hebben echter last van hun voeten en benen en snappen niet hoe iets in hun mond stoppen, ergens anders in hun lichaam kan werken. Daarom willen ze injecties op de plek waar ze pijn voelen, ze denken dat dat effectiever is.

Dit soort bevindingen zorgen ervoor dat ik het werken in een ander land interessant vind. Wel is het lastig om te zien dat veel meningen vaak op onjuiste aannames berusten. Ik heb de laatste weken veel contact gehad met mijn buren, die me regelmatig uitnodigen voor koffie of zelfs even langslopen om lunch te brengen (hoe lief is dat trouwens!). Met hen praat ik veel over Ethiopië, de mensen en de cultuur. Op een dag, onder genot van het duizendste kopje koffie, ging het over het gemiddeld aantal kinderen per vrouw hier. Dat is 6,1 voor het hele land, maar in het zuiden ligt dat aantal nog veel hoger. De buurman legde uit dat de mensen daar vinden dat ze er niks aan kunnen doen: de grond is daar vruchtbaarder, dus de mensen ook. Bovendien zijn de kinderen hier een belangrijk deel van financiële zekerheid die wij kennen in de vorm van pensioen. Veel banen hier hebben geen uitkering na het stoppen met werken, dus dan heb je simpelweg veel kinderen nodig die je kunnen verzorgen en waar je bij kunt gaan wonen. Ook de regels die werknemers beschermd zoals in Nederland, heb je hier niet. Mensen werken hier bijna allemaal zes, en soms zeven dagen per week, en krijgen gemiddeld €200-€300 betaald. Ik kan me blijven verbazen over hoe oneerlijk de wereld is.

Met wie ik ook de laatste weken meer contact heb, is Belaynesh. Ook zij is betrokken bij het project dat ik evalueer. Ik kan het goed met haar vinden, maar zij was drie weken in Amerika en daarvoor was ik veel weg. Nu is ze weer in de stad en ga ik soms bij haar kantoortje op de universiteit studeren, als afwisseling. Ik lunch daar met andere docenten, wat erg gezellig is. Ook hier wordt al het eten gedeeld, ook al neemt iedereen zijn eigen injera mee. Alle bakjes worden op één grote hoop gegooid en iedereen eet alles van en met elkaar (ik ben de parasiet die wel eet maar geen injera inbrengt). Het is hier gebruikelijk om je gasten extreem goed te behandelen en alles te doen om het ze naar hun zin te maken. Daarom mag (moet) ik alles kiezen. Opzich aardig, maar vaak heb ik geen idee wat überhaupt de opties zijn. Een restaurant kiezen op een plek waar ik nog nooit ben geweest bijvoorbeeld, is naar mijn mening prima om uit te besteden. Maar nee, ik moet en zal alles kiezen. Gelukkig is het allemaal uit liefde en ik waardeer het heel erg. Belaynesh heeft zichzelf overigens bekroond tot mijn Ethiopische moeder. Mijn nieuwe wijnvlekken zijn dan ook positief en ziet ze als teken dat ik er eindelijk ga uitzien zoals ik ook ben: Ethiopisch. Als ik met haar over straat loop en mannen staren naar me, is zij degene die ze toespreekt dat ze het niet moeten wagen om nog een keer naar haar dochter te kijken. Ik moet altijd een beetje grinniken om deze passie om mij te beschermen.

Verder is mijn leven vrij stabiel. Ik heb leuke mensen om me heen verzameld waar ik regelmatig de stad mee inga, of zoals woensdag voetbal mee heb gekeken. De tijd vliegt en mijn laatste week is ingegaan. Nog even hier genieten, en dan weer lekker terug naar Nederland!

thumb_CBVY8215_1024 thumb_IMG_1017_1024thumb_IMG_1056_1024Verdrietig over Ajax maar verder veel gezelligheid 

Foto’s