Week 5.1 - Verslagen door het systeem

15 april 2019 - Addis Abeba, Ethiopië

Onze dag begon om half vier, toen we wakker werden gebeld door een man van de bus waarmee we een uur later naar Addis zouden vertrekken. Hij wilde weten of we wakker waren (nu wel, hè) en of we de bus zouden halen. Ze hebben hier een bijna kinderlijke manier van met elkaar omgaan, waar dus zelfs het wakker bellen van busreizigers bij hoort. Eenmaal in de bus voelt het ook echt als een schoolreisje: ze delen water en een snack uit, er wordt een filmpje opgezet (Ethiopische films zijn van belachelijk slechte kwaliteit, het is hilarisch) en af en toe zijn er plas- of eetpauzes. Gelukkig reed deze bus goed door, waardoor we op tijd in Addis aankwamen. Voor het laatste avondmaal mocht Martijn een restaurant kiezen, wat het ‘Amsterdam restaurant’ werd – hoe bedenk je het. Tussen de tulpen en rondvaartboten verorberden we eindelijk gerechten met kaas, wat toch stiekem wel genieten was. Vervolgens heb ik Martijn weggebracht naar het vliegveld en ben ik zelf terug naar de hotelkamer gegaan: die hadden we tenslotte nog een nachtje en WiFi en een warme douche sla ik natuurlijk nooit af.

thumb_IMG_0528_1024thumb_IMG_0529_1024 Laatste avond met Marty 

Hoewel het lastig was om weer afscheid te nemen van Martijn na tien dagen, was er niet veel tijd om te treuren. De volgende dag moest ik namelijk naar immigratie voor het verlengen van mijn visum, die maar 30 dagen geldig was. Normaliter kan dit visum ook 90 dagen geldig zijn, maar die regels waren opeens veranderd toen we het visum aan hadden gevraagd. Ons werd echter verteld dat dit geen probleem was, want na de verlooptijd kon het weer 30 dagen verlengd worden. Daarom gingen Tesfaye (directeur van mijn stagebedrijf) en ik naar de andere kant van de stad om het visum te verlengen. Eenmaal in het immigratiegebouw werd ons pijnlijk duidelijk hoe onderontwikkeld sommige systemen in dit land nog zijn. Er is geen rij, zelfs geen balie, waardoor je zelf een soort netwerkborrel moet starten om überhaupt iemand te kunnen spreken. Nadat we iemand te pakken hadden gekregen, vertelde deze man ons dat dit visum niet meer verlengd kon worden en er geen andere optie was dan het land verlaten en een compleet nieuw visum aan te vragen. Het land verlaten mocht niet even de grens over gaan met een bus, maar binnenkomen via het vliegveld in Addis. Tesfaye heeft al veel ervaring met visums en stagiairs en vroeg duidelijkheid over het niet kunnen verlengen van het visum, dit kon eerder namelijk wel altijd. De man wees geïrriteerd op een vers geprint A4tje dat met plakband op een instabiel bord was geplakt waarop inderdaad stond geschreven dat dit soort visum niet verlengd kan worden – meer stond er ook niet. Tesfaye legde mij uit dat de regels vaak per persoon verschillen en het belangrijk was dat we andere werknemers te spreken kregen, en zo begonnen we aan een tocht door het gebouw heen, waarbij we elk kamertje binnenwipten. Helaas was het resultaat na zeven kantoortjes nog steeds hetzelfde: ik moest het land uit, en wel morgen. Lichtelijk verslagen door dit onbegrijpelijke systeem keerden we huiswaarts, waar ik me moest voorbereiden op de meest spontane trip ooit.

Eenmaal thuis overwoog ik mijn opties met een vreemd, leeg gevoel. Dit was de eerste keer in mijn leven dat ik alleen een plek had waar ik niet moest zijn, en nergens waar ik wel moest zijn. Deels voelde ik een luxepositie: ik kon nu letterlijk overal op de wereld heen, al wilde ik dat eigenlijk niet echt. Na de vakantie met Martijn, waar we veel onderweg waren geweest, had ik juist weer zin om mijn net opgebouwde leventje hier weer op te pakken en wat te verstevigen. Ik besloot niet te lang te blijven hangen in negatieve gevoelens en vol goede moed ging ik mijn opties verkennen. De eerste, meest comfortabele, optie was teruggaan naar Nederland. Dan kon ik de verjaardag van Martijn zelfs meevieren en alles wat ik hier soms mis (stromend schoon water, truffelmayonaise, vrienden en familie) weer even terug hebben. Toch trok dat me niet zo: de reis was duur, lang en bovendien had ik niet veel behoefte om nu al terug te gaan naar Nederland. Ik heb daar geen huis, zelfs geen fiets, en daarna weer teruggaan naar Ethiopië zal me ongetwijfeld heel zwaar vallen. Verder was dit een mooie kans om meer van de wereld te zien, en Nederland heb ik al vaak genoeg gezien. De tweede optie ging uit van het financiële aspect, waarbij ik keek naar de goedkoopste tickets. Deze gingen naar Koeweit of Nairobi. Ik probeerde mezelf daar zes dagen voor te stellen en zag mezelf eenzaam in een lelijk hotel zitten, in een stad waar ik niet eens alleen naar buiten durf te gaan. Ook niet top dus. De derde optie was niet per sé goedkoop of een bekend land, maar wel een bekend persoon. Een hele goede vriendin van mij, Dorian, loopt namelijk in Kampala (Oeganda) stage en die was meteen al erg enthousiast over een eventueel bezoekje. Zij verblijft daar in een ‘guesthouse’ en daar kon ik redelijk goedkoop op de ‘dorm’ slapen. Bovendien hadden ze een weekendje weg gepland waar ik zonder problemen kon aanhaken. Zo gezegd, zo gedaan. Met wat hulp vanuit Nederland werd er een ticket geboekt voor de volgende dag en na een handwasje van vakantiekleding was ik klaar om te gaan. Het minimalisme gaat me duidelijk steeds beter af, want ik vertrok mijn huis voor zes dagen met slechts een rugzakje vol spullen.

Door mijn plotselinge vertrek was dit ook opeens mijn laatste avond met Tanny, de vrouw waarmee ik samenwoonde afgelopen maand. Zij zou namelijk vrijdag naar Nederland vertrekken voor zes weken, waardoor we elkaar ook daarna ook niet meer zien. Verder zou ik een feestje missen dit weekend waar ik erg naar uitkeek en belangrijker, bezoek uit Nederland. Mijn supervisors hadden een bezoek aan Addis gepland vanaf vrijdag, waarvan ik nu meer dan twee dagen zou missen. Deze bezwaren, schuldgevoelens en elke vorm van planning of stabiliteit achter me latend, stapte ik in het vliegtuig naar Kampala. Een nieuw land en nieuwe mensen, toch wel stiekem wel leuk!

Foto’s