Week 3.1 - One of them?

29 maart 2019 - Addis Abeba, Ethiopië

WhatsApp Image 2019-03-29 at 15.55.36(1) Het lunchtentje waar ik vorige keer over vertelde 

Intussen ben ik hier bijna drie weken en dat begin ik te merken, er komt een ritme in mijn leven. Vaak ga ik doordeweeks werken bij ENAPAL, de organisatie die het project wat ik evalueer uitvoer. ENAPAL is redelijk dichtbij mijn huis, ongeveer een kwartier lopen. Toch is dit een kwartier vol met indrukken, waarbij overal prikkels zijn. Zo is het hier bijvoorbeeld toegestaan en doodnormaal om wild te plassen en dat wordt ook niet op een subtiele manier gedaan. Daarom had ik op mijn eerste dag al iemands geslachtsdeel gezien, wat ik toen nog vrij heftig vond. Verder lijkt het erop alsof mensen hier een kledingdonatie van een gevangenis hebben gehad, want sommigen lopen rond in oranje pakken. Dit ‘Orange-is-the-new-black’ scenario vervolgens achter me latend loop ik stug door, maar vele bedelaars spreken me aan. Dat gebeurt hier veel, ook als je in de auto zit. Ze komen dan aan je raam om geld smeken en slapen ook op straat. Hildana, die zelf een auto heeft, vertelde me dat ze daarom soms zelfs routes zo uitkiest dat ze niet teveel bij stoplichten stil hoeft te staan. De overheid probeert dit probleem aan te pakken en heeft centra opgericht waar dakloze mensen terecht kunnen. Echter, het bedelen op straat is zodanig lucratief dat mensen dat niet willen en liever op straat leven. Als reactie daarop heeft de overheid het zelfs strafbaar gemaakt om geld te geven aan bedelende mensen, maar tevergeefs: de straten blijven vol en de opvangcentra blijven leeg.

WhatsApp Image 2019-03-29 at 15.55.36 Wandelen over straat 

Tesfaye, de directeur van ENAPAL, is erg beschermend over mij en wil liever niet dat ik naar ENAPAL loop. Het is dan ook al meerdere keren voorgekomen dat de ENAPAL-auto opeens naast me kwam rijden om me alsnog op te pikken. Daarom neem ik tegenwoordig vaak een taxi. Het is opzich wel schattig dat ze zo bezorgd zijn en ze zien me echt als tijdelijke dochter. Zoals Tesfaye het zelf zegt: ‘’you will understand when you have children’’. Waar Tesfaye de vaderrol heeft, heeft Tanny de moederrol. Het verschil met Nederland is echter dat iedereen hier met iedereen praat. Als Tanny thuiskomt, weet ze bijvoorbeeld al precies waar ik heb geluncht en met wie en als ik ergens sta te wachten, wordt Tanny of Tesfaye vaak gebeld of ze me even moeten opvangen. Lief, maar soms ook best irritant. Daarom vond ik het vorige week heerlijk om even weg te zijn en zomaar ergens te kunnen ontbijten zonder dat iemand wist waar ik was.

Donderdag stond voornamelijk in het teken van het voorbereiden op de komst van Martijn. De eerste stap was het kopen van bustickets voor zondag. Dit kan alleen op Meskel Square, een groot, druk en daardoor relatief gevaarlijk plein dat ver van mijn huis ligt. Maar, ik had nu de nodige ervaringen met minibussen en was ervan overtuigd dat ik dit wel kon. Nog steeds voel ik me vaak overweldigd als ik in deze stad loop, maar ik begin me ook steeds meer thuis te voelen. Zo raakte ik met iemand aan de praat die verbaasd was dat ik hier pas zo kort was; ‘’you already look like a local!’’ vond hij. Ook moest ik een SIM-kaart laten knippen zodat Martijn hier ook internet heeft. Dit had ik eerder gedaan met een collega van ENAPAL, waardoor ik de prijs nog wist die toen werd gevraagd, namelijk 15 Birr. De man aan wie ik het nu vroeg, zei echter dat het 50 Birr was. Ik ging hier tegenin met behulp van het kleine beetje Amhaars dat ik intussen kon. Na een tijdje gaf hij toe dat 50 Birr de ‘ferenj’ prijs was, maar dat ik dat blijkbaar niet was, dus het voor mij dan 15 Birr was. Ferenj kan worden vertaald als ‘white foreigner’ en wordt ook vaak naar me geroepen als ik op straat loop. Natuurlijk ben ik nog steeds wit, maar begon het ‘foreigner’ deel nou af te nemen? Trots op mezelf liep ik met een geknipte SIM-kaart weg. Een paar seconde later hoorde ik iemand uit een auto mijn naam roepen en het was Iona, een meisje dat me heeft meegenomen naar de kerk. Dit was de eerste keer dat ik iemand op straat tegenkwam die ik kende, wat mijn gevoel dat ik ‘erbij begon te horen’, of in ieder geval minder ‘foreigner’ was, versterkte. Mijn naam hier is overigens Megan of Meg, Meike was net een brug te ver. Iemand opperde ook dat mijn naam wel ‘Van’ kon zijn, omdat veel Nederlanders zo heette. Later besefte ik dat hij bijvoorbeeld van Persie bedoelde – Megan leek me logischerwijs geschikter. De volgende blog duurt een tijdje, want ik vier de komende tien dagen vakantie zonder laptop!

WhatsApp Image 2019-03-29 at 15.55.35 De movienight met pizza's dinsdag. Dit is wekelijks in een Italiaanse tent, dus vertel ik vast nog een andere keer over! 

Foto’s